T is dus 3.61 en n=30 . Om nu te kijken of deze waarde van T leidt tot verwerping moeten we eerst berekenen wat de waarde is van de rechter kritieke grens: t 1 −α.
      
          Stel we kiezen α=.01 , wat is dan t 1 −α?
         
            Nee, dat is niet goed. Je kijkt nu bij 1 −α=.95  in plaats van 1 −α=.99 .
           
            Bijna goed, maar je vergist je in het aantal vrijheidsgraden: n=30 , dus ν=29 .
           
            Goed. Bij ν=29  en 1 −α=.99  is t 1 −α=2.462 . Nu kunnen we verder kijken of de gevonden T tot verwerping van de nulhypothese leidt.
           
            Nee, dat is niet goed. Je kijkt nu bij 1 −α=.999  in plaats van 1 −α=.99 .