]> t-toets (33/49) · Dr.Stat

nr cijfer 1 cijfer 2
1 3 7
2 4 6
3 5 4
4 4 8
5 2 1
6 5 5
30 4 5

n=30 , X¯ d=1.3 , S d 2 =3.9

t-toets voor één gemiddelde:
T=X¯μS/n

t-toets voor twee gemiddelden:
T=(X¯ 1 X¯ 2 )(μ 1 μ 2 )S g1 /n 1 +1 /n 2

De verschilscore tussen het eerste en tweede tentamen (X¯ d=1.3 ) leidt dus tot een T van 3.61 . Bij α=.01 vinden we een rechter kritieke grens van t 1 α=2.462 .

Kunnen we op grond van deze t-waarde de nulhypothese (H 0 :μ=80 ) verwerpen?