]> Schatten (81/81) · Dr.Stat

  1. Interval voor X¯ (vóór het trekken):
    μ±z×σn
  2. Interval voor μ bij σ bekend:
    X¯±z×σn
  3. Interval voor μ bij σ onbekend:
    X¯±t×Sn
    met S=(X iX¯) 2 n1
  4. Interval voor μ Xμ Y bij σ bekend:
    X¯Y¯±z×σ X¯Y¯
    met σ X¯Y¯=σ X 2 n+σ Y 2 m
  5. Interval voor μ Xμ Y bij σ onbekend:
    X¯Y¯±t×S g×1 n+1 m
    met S g=(n1 )×S X 2 +(m1 )×S Y 2 n+m2
  6. Interval voor p:
    Bn±z×(B/n)(1 B/n)n

Tenslotte nog een paar dingen waar je goed op moet letten. Denk er ten eerste aan om bij het opzoeken van z- en t-waarden in tabellen de “linker-staartjes” van de verdeling niet te vergeten. Dus bij intervallen van 90%, 95% en 99% moet u in de tabel z- of t-waarden zoeken bij respectievelijk .95, .975 en .995!

Verder moet je goed opletten bij de interpretatie van betrouwbaarheidsintervallen. Een 95% betrouwbaarheidsinterval voor μ wil niet zeggen dat de kans .95 is dat μ daar in valt: dat ene interval bevat μ òf wel, òf niet. Het enige wat je kunt zeggen is dat 95% van de intervallen die op deze manier bepaald worden (herhaling van steekproeven) μ werkelijk zal bevatten.

Ga verder met de oefening voor deze les: ‘’.

Ga verder met de volgende les: ‘’.