- Interval voor (vóór het trekken):
- Interval voor bij bekend:
- Interval voor bij onbekend:
met - Interval voor bij bekend:
met - Interval voor bij onbekend:
met
Ook in het vijfde geval bereken je voor het verschil tussen twee populatiegemiddelden een betrouwbaarheidsinterval. Nu kennen we en , de standaardafwijkingen in de populaties, niet. We gebruiken dus weer , met in dit geval .
Er wordt overigens wel verondersteld dat en aan elkaar gelijk zijn. is een schatter voor de populatievarianties. Het is een gemiddelde van de twee schattingen en die we op basis van de beide steekproeven kunnen maken.
In de formule voor moeten en bekend zijn. Je hebt onder punt 3. al gezien hoe die berekend kunnen worden: bijna net als een gewone standaardafwijking, maar met in plaats van in de noemer, nu in de noemer voor en in de noemer voor . Deze en zijn natuurlijk de beide steekproefgrootten.



