]> Schatten (63/81) · Dr.Stat

Nu moeten we S g berekenen. We vullen alle componenten in de formule in: S g = (n1 )×S X 2 +(m1 )×S Y 2 n+m2 = (8 1 )×3 2 +(8 1 )×4 2 8 +8 2 = 7 ×9 +7 ×16 14 =175 14 =3.54

We kunnen nu S g ook invullen in de formule voor het betrouwbaarheidsinterval: X¯Y¯±t×S g×1 n+1 m=3 ±2.145 ×3.54 ×1 n+1 m

De laatste onbekende is 1 n+1 m. Dat wordt 1 8 +1 8 =1 4 =1 2 . We hebben nu alle gegevens om het betrouwbaarheidsinterval uit te rekenen: X¯Y¯±t×S g×1 n+1 m = 3 ±2.145 ×3.54 ×.5 = 3 ±3.80

Het betrouwbaarheidsinterval loopt dus van -.80 tot 6.80. Dit interval bevat de waarde nul, dus kunnen we niet uitsluiten dat het verschil tussen de twee populatiegemiddelden μ X en μ Y wel eens nul zou kunnen zijn. Met andere woorden: op grond van dit 95% betrouwbaarheidsinterval kunnen we niet zeggen dat de populatiegemiddelden verschillen.