Je dient nu zelf een betrouwbaarheidsinterval te berekenen. De benodigde gegevens staan in de figuur, en je kunt de tabel voor de standaardnormaalverdeling gebruiken.
Van waar tot waar loopt het 95% betrouwbaarheidsinterval?
Ja, dat is goed. We kunnen eerst de gegevens aanvullen met σ X¯=8 16 =2 . Vervolgens kijken we in de tabel wat de z-waarde is in een standaardnormale verdeling voor een 95% interval: (.95 +.025 =.975 ). De gevraagde z-waarden blijken 1.96 en -1.96 te zijn. Ten derde transformeren we deze waarden naar waarden in de steekproefverdeling: X¯±1.96 ×2 =92 ±3.92 . Het interval loopt dus van 88.08 tot 95.92.
Nee, dat is nèt niet goed. Waarschijnlijk heb je een foutje gemaakt bij het zoeken in de tabel. Voor het .95 interval moet je in de tabel bij .95 + .025 = .975 zoeken; het linker staartje moet erbij genomen worden omdat in de tabel cumulatieve waarden staan.
Nee, dat is nèt niet goed. Waarschijnlijk heb je een foutje gemaakt bij het berekenen van σ X¯. Je moet σ door de wortel uit n delen! σ X¯=8 16 =2 . Wat moet dan het antwoord zijn?
Nee, dat is nèt niet goed. Waarschijnlijk heb je twee foutjes gemaakt. Bij berekenen van σ X¯ moet je σ door de wortel uit n delen! σ X¯=8 16 =2 . En bij het zoeken in de tabel moet je voor het .95 interval in de tabel bij .95 +.025 =.975 zoeken; het linker staartje moet erbij genomen worden omdat in de tabel cumulatieve waarden staan. Wat moet dan het antwoord zijn?