]> Steekproefverdelingen (69/73) · Dr.Stat

Als σ, de standaardafwijking in de populaties, niet bekend is moeten we in plaats van een Z-, een T-waarde berekenen, omdat we een schatting S voor die standaardafwijking moeten maken.

Bij één steekproefgemiddelde (X¯) was de transformatie naar een T-score: T=X¯E(X¯)S X¯=X¯μS/n We gaan nu weer overal waar X¯ staat X¯Y¯ invullen: T=X¯Y¯E(X¯Y¯)S X¯Y¯ We kunnen de onbekenden in de formule weer gaan invullen. Boven de deelstreep gaat dat precies zoals bij de berekening van Z: T=X¯Y¯(μ Xμ Y)S X¯Y¯ We moeten nu de schatter van de standaarddeviatie van de verschilscores, S X¯Y¯, weten. We kunnen deze standaardafwijking schatten uit de standaardafwijking van zowel de X- als de Y-steekproef. Maar het beste is natuurlijk om uit allebei die standaardafwijkingen één schatting te maken. Zoiets heet dan een “gewogen” schatter. Dit wordt aangeduid als S g, en de berekening gaat als volgt: S g = (n1 )S X 2 +(m1 )S Y 2 n+m2 = i=1 n(X iX¯) 2 + j=1 m(Y jY¯) 2 n+m2 Op deze manier kun je dus ook bij verschilscores overgaan op een T-score. Bedenk goed dat er bij het berekenen van de Z- of T-waarde niets verandert; we vullen in plaats van X¯ overal X¯Y¯ in. Het enige dat de formule iets ingewikkelder maakt is de manier waarop we de standaardafwijking moeten schatten.