Deze pagina bevat een afbeelding die niet weergegeven kan worden omdat er geen recente versie van de Flash Plugin aanwezig is. Installeer de Macromedia Flash Player om de afbeelding te kunnen bekijken.

Door vaak te gooien kun je er dus van uitgaan dat het totaal aantal ogen van alle worpen wordt bepaald door het gemiddelde van alle waarden van de kansvariabele, maal het aantal worpen. Zo’n gemiddeld aantal ogen is vaak belangrijk: het geeft aan wat de verwachting is bij vaak gooien. We noemen het daarom ook de verwachtingswaarde.

Hoe vaker er gegooid wordt, hoe dichter het gemiddeld aantal ogen per worp nadert naar die verwachtingswaarde. 100 keer gooien is nog niet zo heel veel, en het gemiddeld aantal ogen bij 100 keer werpen hoeft dus nog niet precies gelijk te zijn aan de verwachtingswaarde (het gemiddeld aantal ogen kan dan bv. 6.9 zijn, of 7.1). Pas bij zéér vaak gooien met twee dobbelstenen zal het gemiddeld aantal ogen per worp overeenkomen met de verwachtingswaarde.