Nu moeten alle lege cellen in de tabel nog gevuld worden. Omdat elke cel correspondeert met één waarde van de stochast X, èn één waarde van de stochast Y (je kunt dat zien door respectievelijk de kolom en de rij langs te lopen), kun je in zo’n cel aangeven wat de kans is op dìe waarde van X die er bij hoort, terwijl ook moet gelden dat Y de bijbehorende waarde heeft. In formule: in cel X=x i en Y=y j staat P(X=x i∧Y=y j). Bijvoorbeeld: de kans op één vrouw en drie personen onder 40 jaar in het panel is de kans dat X=1 en Y=3 . Elke cel correspondeert dus met één waarde van X en één waarde van Y.
Er kunnen zich nu twee situaties voordoen: de stochasten X en Y zijn afhankelijk, òf de stochasten X en Y zijn onafhankelijk.