Groep 1 (Klassikaal onderwijs) |
Groep 2 (Oefenen in werkgroep) |
Groep 3 (Individueel per computer) |
---|---|---|
2 | 3 | 7 |
8 | 4 | 1 |
4 | 7 | 9 |
6 | 8 | 9 |
7 | 7 | 6 |
6 | 9 | 8 |
Teneinde inzicht te krijgen in eventuele verschillen in rendement tussen verschillende onderwijsvormen bij wiskundeonderwijs op middelbare scholen worden drie aselecte representatieve steekproeven getrokken uit alle 6e klas VWO-leerlingen uit Amsterdam. Elke groep wordt tijdens een drietal lesuren eenzelfde portie wiskundestof aangeboden volgens drie verschillende onderwijsvormen: klassikale les aan de eerste groep, oefenen in werkgroepverband aan de tweede groep, en individueel interactief onderwijs per computer aan de derde groep. Na verloop van tijd maakt iedereen een proefwerk en men telt het aantal geheel of gedeeltelijk juist beantwoorde opgaven en kent de leerlingen op grond hiervan een cijfer toe (van nul tot tien).
De onderzoeker vermoedt dat individueel onderwijs per computer het meeste rendement oplevert en klassikaal onderwijs het minst.
De resultaten van dit experiment zijn weergegeven in nevenstaande tabel. Het volgende is gegeven:
- De Binnenvariantie is 6,41
- De Tussenvariantie is 21,23
- De F-waarde is 0,27
- De kritieke F-waarde is 3,16
Welke conclusie is onjuist?