oefeningen Toetsen (13/33)

Lessen
Dr.Stat
oefeningen Toetsen

Tabel 1 Het aantal uur dat mannen en vrouwen aan huishoudelijke taken besteden.
	Jaar
Geslacht	1975	1980	1985	1990	1995
Mannen	8.60	9.50	10.90	11.40	11.60
Vrouwen	35.20	33.90	32.80	30.30	28.70

Tabel 2 Het aantal respondenten per jaar per geslacht.
	Jaar
Geslacht	1975	1980	1985	1990	1995
Mannen	745	685	625	370	350
Vrouwen	880	730	1180	920	835

Tabel 3 De standaardafwijking, in uur, van het gemiddeld aantal uur dat door mannen respectievelijk vrouwen aan huishoudelijke en zorgtaken wordt besteed per onderzoeksjaar.
	Jaar
Geslacht	1975	1980	1985	1990	1995
Mannen	0.50	0.80	0.75	1.40	1.20
Vrouwen	5.50	5.40	5.20	5.10	4.90

Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau naar de taakverdeling tussen mannen en vrouwen blijkt de cijfers zoals te zien is in tabel 1. Stel dat de respondentaantallen en de standaardafwijkingen waren volgens de gegevens van respectievelijk tabel 2 en tabel 3.

Is het aantal uur dat vrouwen aan deze taken besteden tussen 1990 en 1995 daadwerkelijk afgenomen? Je mag voor deze vraag aannemen dat de tijdsbesteding normaal verdeeld is. Hanteer een significantieniveau van 1%.

Er is een verschil van -1.60 uur tussen 1990 en 1995 dat vrouwen aan het huishouden besteden. Dit is groter dan de kritieke waarde van -0.56. We verwerpen de nulhypothese en we aanvaarden de alternatieve hypothese: in de populatie is het aantal uren dat vrouwen besteden aan huishoudelijke en zorgtaken afgenomen in de periode 1990-1995 Er is een verschil van -1.60 uur tussen 1990 en 1995 dat vrouwen aan het huishouden besteden. Dit is groter dan de kritieke waarde van -0.62. We verwerpen de nulhypothese en we aanvaarden de alternatieve hypothese: in de populatie is het aantal uren dat vrouwen besteden aan huishoudelijke en zorgtaken afgenomen in de periode 1990-1995 Er is een verschil van -1.60 uur tussen 1990 en 1995 dat vrouwen aan het huishouden besteden. Dit is groter dan de kritieke waarde van -0.40. We verwerpen de nulhypothese en we aanvaarden de alternatieve hypothese: in de populatie is het aantal uren dat vrouwen besteden aan huishoudelijke en zorgtaken afgenomen in de periode 1990-1995.

Open tabellen

→ Volgende

Dr.Stat