Sekse | Werktijd | Frequentie |
---|---|---|
man | voltijd | 1158 |
man | deeltijd | 453 |
vrouw | voltijd | 241 |
vrouw | deeltijd | 224 |
2076 |
Werktijd | Sekse | Aanstelling | Frequentie |
---|---|---|---|
voltijds | man | vast | 721 |
voltijds | man | tijdelijk | 437 |
voltijds | vrouw | vast | 58 |
voltijds | vrouw | tijdelijk | 183 |
deeltijds | man | vast | 244 |
deeltijds | man | tijdelijk | 209 |
deeltijds | vrouw | vast | 85 |
deeltijds | vrouw | tijdelijk | 139 |
2076 |
Een onderzoek onder het wetenschappelijk personeel van de VU naar het verband tussen 'sekse' (man/vrouw) en 'werktijd' (het aantal uren dat men werkt, gedichotomiseerd tot 'voltijd' en 'deeltijd'), levert voor het jaar 1990 de - niet fictieve! - gegevens in tabel 1 op. (Bron: Sociaal Jaarverslag 1990 van de Vrije Universiteit) De onderzoeker heeft het idee dat het de sekse is die in sterke mate de werktijd bepaalt. Bovendien denkt de onderzoeker dat de sekse tevens grote invloed heeft op het feit of iemand een vaste dan wel een tijdelijke aanstelling krijgt. Een directe relatie tussen het voltijds of deeltijds werken en het hebben van een vaste dan wel een tijdelijke aanstelling zal er volgens de onderzoeker niet bestaan.
Het sociaal jaarverslag 1990 van de VU geeft de gegevens in tabel 2 over de variabelen 'werktijd', 'sekse' en 'aanstelling'. Met deze gegevens wordt de theorie van de onderzoeker getoetst. Ga na of deze gegevens in overeenstemming zijn met de theorie van de onderzoekers.