Om de rechter kritieke grens te bepalen, moet je het aantal vrijheidsgraden behorend bij de tussen- en de binnenvariantie weten. Het aantal vrijheidsgraden behorend bij de tussenvariantie in het voorbeeld is 2 (immers, deze schatting is gebaseerd op 3 groepen), dat behorend bij de binnenvariantie is 27 (namelijk, het totaal aantal waarnemingen min het totaal aantal groepen (30–3), want je verliest per groep immers 1 vrijheidsgraad).
Gebruik de F-tabel om de rechter kritieke grens bij α=.01 op te zoeken.
Nee, dat is niet goed. Het juist antwoord is 5.53. Omdat in de tabel geen overschrijdingswaarden zijn opgenomen voor ν 2 =27 , kijken we bij v 2 =26 . Dit geeft een grotere, dus conservatievere, waarde. Bij α=.01 vinden we zodoende 5.53. Overigens kan met behulp van interpolatie een iets betere waarde worden gevonden.
Nee, dat klopt niet. Je hebt nu gekeken bij α=.05 , maar α=.01 .
Bijna goed. Omdat in de tabel geen overschrijdingswaarden zijn opgenomen voor ν 2 =27 , kijken we bij v 2 =26 . Dit geeft een grotere, dus conservatievere, waarde. Bij α=.01 vinden we zodoende 5.53. Overigens kan met behulp van interpolatie een iets betere waarde worden gevonden.
Juist! Omdat in de tabel geen overschrijdingswaarden zijn opgenomen voor ν 2 =27 , kijken we bij v 2 =26 . Dit geeft een grotere, dus conservatievere, waarde. Bij α=.01 vinden we zodoende 5.53. Overigens kan met behulp van interpolatie een iets betere waarde worden gevonden.