Deze pagina bevat een afbeelding die niet weergegeven kan worden omdat er geen recente versie van de Flash Plugin aanwezig is. Installeer de Macromedia Flash Player om de afbeelding te kunnen bekijken.
Hopelijk voel je nu aan dat de formule
S 2 =∑(X−X¯) 2 n−1 ,
inderdaad een zuivere schatting van de populatievariantie geeft. De schattingen hopen zich op rond de 8.25. Sommige zijn groter, andere kleiner, maar er is geen voorkeur voor een van beide. Als we maar genoeg steekproeven trekken, zal het gemiddelde over alle steekproeven de 8.25 benaderen.
Merk op dat het bij grote steekproeven nauwelijks uitmaakt of je door n of n−1 deelt. Dat dit ook inderdaad zo zou moeten zijn, is eenvoudig in te zien. Immers, delen door n geeft een onderschatting, omdat het steekproefgemiddelde afwijkt van het populatiegemiddelde. Als echter van grote steekproeven gebruik wordt gemaakt, zal het steekproefgemiddelde niet veel afwijken van het populatiegemiddelde!
