| (AFC) | |
|---|---|
| 3 | |
| 3 | |
| 4 | |
| 4 | |
| 4 | |
| 4 | |
| 4 | |
| 4 | |
| 5 | |
| 5 | |
| 40 |
.
Aan de hand van het schema herhalen we enkele notatiekwesties.
- Een populatie zullen we identificeren met een hoofdletter, bijv. .
- De scores binnen deze populatie duiden we dan aan met de kleine letter . In een populatie ter grootte hebben we dus: . (Merk op dat we de omvang van een populatie aanduiden met de hoofdletter , in tegenstelling tot , dat geldt voor de steekproef grootte.)
- Het totaal van de scores in de populatie, dat wil zeggen , noemen we ook wel de som van de scores. Deze som noteren we als , of kortweg .
- Voor het gemiddelde schrijven we tenslotte .



