]> Dichotome variabelen (84/105) · Dr.Stat

ϕ=(a×d)(b×c)(a+b)×(c+d)×(a+c)×(b+d)

Q=(a×d)(b×c)(a×d)+(b×c)

De maatstaf ϕ is ±1 als er twee nulcellen in de tabel zijn, dus als het verband noodzakelijk én voldoende is. Q daarentegen is al ±1 als de tabel één nulcel bevat, dus als het verband noodzakelijk is òf voldoende. Dat betekent dat Q eerder zijn maximumwaarde bereikt dan ϕ, en in de regel ook een hogere uitkomst oplevert dan ϕ.

Ondanks dit verschil kunnen wij stellen: hoe sterker het verband is, des te dichter komen ϕ en Q bij ±1 , en hoe zwakker het verband is, des te dichter komen ze bij 0.

We zullen de sterkte van een aantal verbanden proberen te achterhalen met behulp van ϕ en Q.