Houding Leeftijdscategorie  
jongeren ouderen Totaal
tevreden 100 300 400
ontevreden 400 200 600
Totaal 500 500 1000

Nu kun je, ook al is er wel een samenhang, de getallen uitrekenen, zoals die zouden zijn, wanneer er geen verband zou zijn. Je berekent hoe de tabel er uit zou zien als er geen enkele samenhang tussen beide variabelen bestond.

Stel, we hebben onder een steekproef van 1000 Nederlanders onderzoek gedaan naar de houding ten opzichte van het openbaar vervoer. Er is aan de respondenten uit twee verschillende leeftijdscategorieën gevraagd of ze tevreden of ontevreden zijn met het openbaar vervoer. De ene groep bestaat uit jongeren (van 15 tot en met 25 jaar), de andere groep bestaat uit ouderen (vanaf 65 jaar). Het onderzoek leverde de (fictieve) resultaten in de tabel op.

Zoals je kunt zien zijn de onderzochte groepen even groot (elk bestaat uit 500 respondenten). In totaal waren 400 onderzoekseenheden tevreden met het openbaar vervoer en 600 ontevreden.