Dr.Stat

Statistici hebben zich afgevraagd op welke wijze zij de sterkte van een samenhang zouden kunnen berekenen bij variabelen op nominaal of ordinaal meetniveau. In de loop der tijd zijn er zo verschillende maatstaven ontwikkeld, gewoonlijk aangeduid met de term associatiemaatstaf. Een associatiemaatstaf drukt de sterkte uit van de samenhang tussen twee variabelen. De maat wordt zo gekozen dat hij loopt van 0 (bij geen samenhang) tot 1.

De maat dient onafhankelijk te zijn van het totaal aantal waarnemingen (N) en de verdeling over de randtotalen. De maat moet bovendien ongevoelig zijn voor de verdeling van de onderzochte personen over mannen en vrouwen.

We hebben gezien dat ϵ van 0 tot 100 loopt: ϵ voldoet dus niet aan de eisen van associatiemaatstaven. Maar het principe waarop ϵ is gebaseerd, is wel te gebruiken voor het ontwikkelen van een geschikte maatstaf. Wanneer we kijken naar de waarde van ϵ wanneer er geen verband is, dan zien we dat deze gelijk is aan nul.

Bij statistische onafhankelijkheid zijn de percentages aan elkaar gelijk (epsilon is nul). Dit is het geval bij de relatie tussen de variabelen Sekse en Autobezit. ϵ is hier namelijk 0 (25 −25 ).