]> Toetsen (45/82) · Dr.Stat

Deze pagina bevat een afbeelding die niet weergegeven kan worden omdat er geen recente versie van de Flash Plugin aanwezig is. Installeer de Macromedia Flash Player om de afbeelding te kunnen bekijken.

Denk eraan dat je bij tweezijdige toetsing de door jouw berekende linker- of rechteroverschrijdingskans moet vermenigvuldigen met 2. We zullen nu uitleggen waarom dat zo is.

Stel dat je, zoals in de figuur aangegeven, een toetsingsresultaat hebt gevonden dat dicht bij de kritieke grens ligt, maar buiten het kritieke gebied valt. Je berekent vervolgens de linkeroverschrijdingskans en vindt een waarde van p=.03 . Je vergelijkt dit met α=.05 en je komt tot de conclusie dat de nulhypothese beter verworpen had kunnen worden, want er geldt p<α.

Deze conclusie zou, zoals je kunt zien aan de tekening, in tegenspraak zijn met je eerdere beslissing dit niet te doen, aangezien de gevonden waarde buiten het kritieke gebied valt. De tweezijdige overschrijdingskans in dit geval is p=2 ×.03 =0.06 . In vergelijking met α=.05 wordt de nulhypothese dan niet verworpen.

Kortom, je had in dit geval van een tweezijdige toetsing dan ook de tweezijdige overschrijdingskans moeten bepalen om die te vergelijken met de tweezijdige α=0.05/0.01. Vergeet dus nooit bij tweezijdige toetsing de door jouw berekende overschrijdingskans te vermenigvuldigen met 2.