]> Schatten (77/81) · Dr.Stat

  1. Interval voor X¯ (vóór het trekken):
    μ±z×σn
  2. Interval voor μ bij σ bekend:
    X¯±z×σn
  3. Interval voor μ bij σ onbekend:
    X¯±t×Sn
    met S=(X iX¯) 2 n1

In het derde geval bereken je voor μ een betrouwbaarheidsinterval rond X¯ bij een onbekende σ. Er wordt dan een schatter S voor de standaardafwijking in de populatie gebruikt. En omdat dat extra onzekerheid met zich meebrengt moet je in plaats van een standaardnormale z-waarde een t-waarde opzoeken, waarbij het aantal vrijheidsgraden ν gelijk is aan n1 .

De berekening van S lijkt sprekend op de berekening van een gewone standaardafwijking. Alleen wordt nu door n1 gedeeld in plaats van door n.