Deze pagina bevat een afbeelding die niet weergegeven kan worden omdat er geen recente versie van de Flash Plugin aanwezig is. Installeer de Macromedia Flash Player om de afbeelding te kunnen bekijken.
Een voorbeeld. In een populatie is het gemiddelde 100 en de standaardafwijking 12. We nemen steekproeven met n=36 . Omdat de populatie normaal verdeeld is kunnen we van een normale steekproefverdeling uitgaan, met:
E(X¯)=100
σ X¯=σn=2
Hoe groot is nu de kans op een steekproefgemiddelde van 102 of meer? Of, meer formeel:
P(X¯≥102 ∣E(X¯)=100 ,σ X¯=2 )
Om deze kans te berekenen gaan we over op Z-scores.
Wat is de Z-waarde bij X¯=102 ?
Nee, dat klopt niet. De Z-waarde kun je als volgt te berekenen: Z=X¯−E(X¯)σ X¯.
Ja, dat is goed. De Z-waarde bij X¯=102 is als volgt te berekenen: Z=X¯−E(X¯)σ X¯=102 −100 2 =2 2 =1 .
Nee, dat is niet goed. De Z-waarde kun je als volgt te berekenen: Z=X¯−E(X¯)σ X¯. Je bent waarschijnlijk vergeten te delen door σ X¯.
Nee, dat klopt niet. De Z-waarde kun je als volgt te berekenen: Z=X¯−E(X¯)σ X¯. Je bent waarschijnlijk vergeten de verwachtingswaarde van X¯ af te halen, alvorens te delen door σ X¯.