]> Steekproefverdelingen (29/73) · Dr.Stat

Deze pagina bevat een afbeelding die niet weergegeven kan worden omdat er geen recente versie van de Flash Plugin aanwezig is. Installeer de Macromedia Flash Player om de afbeelding te kunnen bekijken.

Als het goed is weet je op dit moment wel wat een steekproefverdeling is. Maar het nut van steekproefverdelingen is eigenlijk nog niet aan bod gekomen. Daar gaan we nu wat dieper op in. Dit is een erg belangrijk onderwerp, want de hele toetsleer is gebaseerd op het concept dat nu behandeld zal worden.

Het nut van een steekproef mag duidelijk zijn: het is vaak ondoenlijk om een hele populatie te onderzoeken, en aan de hand van een steekproef kan daar dan tòch iets zinnigs over gezegd worden.

Een steekproefverdeling heeft z’n nut vooral in de toetsleer, als je wèl al iets over de populatie weet, maar niet zeker weet of een bepaalde steekproef uit dié populatie, of uit een andere populatie getrokken is.

Dat lijkt misschien wat abstract: laten we eens een voorbeeld bekijken om het wat concreter te maken. Stel dat je de beschikking hebt over het landelijk gemiddelde en de standaardafwijking van de wiskundecijfers op het schooltype VWO. Daarnaast heb je enige formulieren met wiskundescores van 16 leerlingen, maar op de formulieren ontbreekt elke informatie over het schooltype dat die 16 leerlingen volgen. Je wilt dat graag weten.

Er is dus weer sprake van een populatie en steekproeven, maar de vraag wordt nu wat anders, namelijk: Hoe waarschijnlijk is het dat die steekproeven van 16 leerlingen tot de populatie van dat bepaalde schooltype behoren? We gaan nu dus niet het populatie gemiddelde schatten met een steekproef, maar toetsen of een steekproef uit een bepaalde populatie zou kunnen zijn getrokken.

Om dit probleem op te lossen moeten we eerst een steekproefverdeling maken. Je moet daar onderhand de parameters, X¯ en σ X¯ van kunnen berekenen…

Wat is de waarde van E(X¯) in de steekproefverdeling?