Als tweede beschrijvende maat voor de kansverdeling moet je tenslotte nog de variantie van X berekenen.
Inderdaad. De variantie van X wordt berekend volgens σ 2 =∑[x i−E(X)] 2 ×P(X=x i) en in dit geval is dat 1.362.
Nee, je vergist je in de volgorde van de bewerkingen. Je moet eerst van elke waarde van X (x i) de verwachtingswaarde 2.1 aftrekken, deze uitkomst moet gekwadrateerd worden, en daarna vermenigvuldigd met de kans op die waarde van X. In formule: σ 2 =∑[x i−E(X)] 2 ×P(X=x i).
Nee, dat is niet goed. Je vergist je waarschijnlijk in de volgorde van de bewerkingen. Je moet eerst van elke waarde van X (x i) de verwachtingswaarde 2.1 aftrekken, deze uitkomst moet gekwadrateerd worden, en daarna vermenigvuldigd met de kans op die waarde van X. In formule: σ 2 =∑[x i−E(X)] 2 ×P(X=x i).
Nee. Je vergist je in de volgorde van de bewerkingen. Je moet eerst van elke waarde van X (x i) de verwachtingswaarde 2.1 aftrekken, deze uitkomst moet gekwadrateerd worden, en daarna vermenigvuldigd met de kans op die waarde van X. In formule: σ 2 =∑[x i−E(X)] 2 ×P(X=x i).