We gaan in de volgende opgaven weer uit van de stochast X: het aantal ogen bij dubbel gooien met twee dobbelstenen (bij niet dubbel gooien wordt de worp overgedaan). Om de verwachtingswaarde en de variantie te kunnen berekenen moet eerst een kanstabel worden gemaakt.
Wat is het aantal mogelijke waarden van X?
Heel goed: alleen de elementaire gebeurtenissen 1–1, 2–2, 3–3, 4–4, 5–5 en 6–6 kunnen optreden. X kan dus 6 mogelijke waarden aannemen.
Nee, bij dubbelgooien kunnen alleen de elementaire gebeurtenissen 1–1, 2–2,… optreden. Hoeveel waarden kan de stochast X dus aannemen?
Nee, dat is niet goed. Dit zijn alle mogelijke uitkomsten bij een worp met twee dobbelstenen, maar bij de kansvariabele X gelden alleen dubbele worpen. De mogelijke uitkomsten zijn dus 1–1, 2–2,… Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er dus in totaal?