We hebben nu ook het gemiddelde van Y berekend. Omdat we met de basisformule werken, hebben we voor de berekening van b de waarden van S xy, S x, S y en r nu niet nodig.
X¯ |
= |
6 |
Y¯ |
= |
8 |
S xy |
= |
niet nodig |
S x |
= |
niet nodig |
S y |
= |
niet nodig |
r |
= |
niet nodig |
∑(X i−X¯)(Y i−Y¯) |
= |
|
∑(X i−X¯) 2 |
= |
|
a |
= |
|
b |
= |
|
Wat is de waarde van ∑(X i−X¯)(Y i−Y¯)?
Dat klopt niet. Heb je misschien de covariantie S xy berekend in plaats van de gevraagde waarde van ∑(X i−X¯)(Y i−Y¯)?
Dat klopt niet. Je hebt in de formule waarschijnlijk de waarden van X¯ en Y¯ omgedraaid.
Dat klopt, (2 −6 )(4 −8 )+(4 −6 )(7 −8 )+(6 −6 )(9 −8 )+(8 −6 )(8 −8 )+(10 −6 )(12 −8 )=34 .
Dat klopt niet. Je bent waarschijnlijk vergeten van de waarden het gemiddelde af te trekken, alvorens ze te vermenigvuldigen.