Aan de hand van deze tabel, waarin de cijfers van 200 leerlingen zijn opgesomd, zullen we enkele kwantielen bepalen.
Een van de mogelijke kwantielklassen is een zodanige indeling, dat elke klasse een tiende (10%) van de waarnemingen bevat: decielklassen.
Hoeveel waarnemingen zou in dit geval elke decielklasse moeten bevatten?
cijfer |
frequentie |
|
n=200 |
10 |
7 |
9 |
25 |
8 |
31 |
7 |
39 |
6 |
29 |
5 |
25 |
4 |
13 |
3 |
9 |
2 |
4 |
1 |
1 |
0 |
17 |
Nee. Er zijn 200 waarnemingen. Elke decielklasse zou 10% van de waarnemingen moeten bevatten. Hoeveel waarnemingen bevat dan elke decielklasse?
Heel goed! Elke decielklasse zou 10% van de in totaal 200 waarnemingen moeten bevatten. Dat is dus 20 waarnemingen in elke klasse.
Nee. Er zijn 200 waarnemingen. Elke decielklasse zou 10% van de waarnemingen moeten bevatten. Hoeveel waarnemingen bevat dan elke decielklasse?
Nee. Er zijn 200 waarnemingen. Elke decielklasse zou 10% van de waarnemingen moeten bevatten. Hoeveel waarnemingen bevat dan elke decielklasse?