VMBO | HAVO | VWO | ||
---|---|---|---|---|
nooit | 1 – 25% | 1 – 17% | 1 – 25% | 3 |
soms | 0 – 0% | 2 – 33% | 2 – 50% | 4 |
altijd | 3 – 75% | 3 – 50% | 1 – 25% | 7 |
4 – 100% | 6 – 100% | 4 – 100% | 14 |
Net als bij horizontaal percenteren kun je door verticaal percenteren groepen van ongelijke grootte vergelijken. Bij ongelijke kolomtotalen heeft vergelijking van de celfrequenties over kolommen heen niet veel zin: in dit voorbeeld staat een 2 in de HAVO-kolom voor 33%, maar een 2 in de VWO-kolom staat voor 50%. Door de celfrequenties in procenten uit te drukken zie je dat ‘soms uit’ in de VWO-groep relatief vaker voorkomt dan in de HAVO-groep.