VMBO | HAVO | VWO | ||
---|---|---|---|---|
nooit | 1 – 33% | 1 – 33% | 1 – 33% | 3 – 100% |
soms | 0 – 0% | 2 – 50% | 2 – 50% | 4 – 100% |
altijd | 3 – 43% | 3 – 43% | 1 – 14% | 7 – 100% |
4 | 6 | 4 | 14 |
Net als in een frequentieverdeling met één variabele is het in deze verdeling met twee variabelen mogelijk, om de frequenties door percentages te vervangen.
Het weergeven van de verdeling in percentages, ofwel percenteren, kan op verschillende manieren gebeuren, afhankelijk van wat je belangrijk vindt om te weten. Ten eerste kun je horizontaal percenteren, als je binnen één rij wilt vergelijken. Daarnaast kun je verticaal percenteren, als je binnen één kolom wilt vergelijken. En tenslotte kun je naar het totaal percenteren, als je alle combinaties van uitkomsten wilt vergelijken.
Het nut van horizontaal percenteren is gelegen in het vergelijkbaar maken van groepen van ongelijke grootte. Bij verschillende rijtotalen heeft directe vergelijking van de celfrequenties over rijen heen niet veel zin: in dit voorbeeld staat een 1 in de ‘nooit’-rij voor 33%, maar een 1 in de ‘altijd’-rij staat voor 14%. Door de celfrequenties in procenten uit te drukken zie je dat er in de ‘nooit’-groep relatief méér VWO-ers zijn dan in de ‘altijd’-groep.