merk type kwaliteit
Aska X-35 redelijk
Bonny SF 67 goed
Fixonic FIX 4 matig
Flon&Nearson PRS x zeer goed
Kneffe M 2 goed
Nemo Force7 slecht
Proflux LUX 85 redelijk
Sonatan T-SE zeer goed
Zelta Sync 2 zeer goed

Een niveau waarop in ieder geval wel een ordening in de waarden van de variabele aanwezig is, is het ordinale meetniveau. Als voorbeeld hiervan krijg je de beoordeling van luidsprekers in een test van de consumentenbond te zien.

Een aantal luidsprekers krijgt een kwaliteits- beoordeling ‘slecht’, ‘matig’, ‘redelijk’, ‘goed’ of ‘zeer goed’. Er is nu een duidelijke ordening in de waarden aanwezig: de variabele ‘kwaliteit’ is op ordinaal niveau gemeten. Je kunt zeggen dat ‘zeer goed’ beter is dan ‘goed’, ‘goed’ beter dan ‘redelijk’, etc. Wat je bij de variabele geslacht, op nominaal niveau gemeten, dus niet kon zeggen.

Op zo’n ordinaal meetniveau is het echter nog steeds niet mogelijk om te rekenen: als je één Nemo met één Zelta zou combineren, kun je níét zeggen dat de kwaliteit van het geluid redelijk – precies tussen slecht en zeer goed in – wordt. Je kunt ook niet zeggen dat het verschil tussen goed en zeer goed precies even groot is als het verschil tussen slecht en matig, ook al gaat het beide keren om opeenvolgende waarden op de meetschaal.

Kortom, op een ordinaal meetniveau zeggen de waarden van een variabele dus al iets meer dan op een nominaal meetniveau: er zit een ordening in de waarden. Maar rekenen met deze waarden is niet mogelijk, omdat er geen vaste afstanden tussen opeenvolgende waarden zitten: je kunt eigenlijk helemaal niets zeggen over die intervallen.