De schoolkrant op middelbare school Einstein heeft een vaste rubriek waarvoor de mening van de leerlingen en leraren wordt gepeild ten aanzien van een dan spelend onderwerp. Er wordt altijd gebruik gemaakt van vaste antwoordcategorieen; zeer oneens, oneens, eens, zeer eens. De wiskundeleraar onderzoekt de resultaten met een chikwadraattoets voor onafhankelijkheid. De chikwadraatwaarde blijkt 12.62. Welke van de onderstaande beweringen is juist voor de nulhypothese?