In een gestandaardiseerde meetopstelling mist een dartpijltje z'n doel met een gemiddelde van 0,88 cm. Nieuwe veertjes worden geacht nauwkeuriger te zijn. Een aselecte steekproef van 8 darts wordt met deze nieuwe veertjes uitgerust en getest. Deze 8 darts missen hun doel met gemiddeld 0,76 cm en een standaarddeviatie van 0,04 cm. Veronderstel dat je de kans op het verwerpen van de nulhypothese terwijl de nulhypothese wel waar is 0,01 wilt hebben.

Welk type test zou moeten worden gebruikt om dit probleem op te lossen?

Ga verder met de volgende les: ‘Meten en Schalen’.