Een onderzoekster vindt bij 8 gematchte paren de verschilscores 7, 5, -1, 3, 2, -8, 10 en 6. Zij toetst de nulhypothese dat de gemiddelde verschilscore gelijk is aan nul. De toetsingsgrootheid van de rangtekentoets heeft een rechter overschrijdingskans die gelijk is aan: