]> oefeningen associatiematen dichotoom (8/12) · Dr.Stat

  Christ. Niet Christ. Totaal     Hoog ink. Laag ink. Totaal
Voor 63 138 201   Voor 80 121 201
tegen 97 102 199   Tegen 120 79 199
Totaal 160 240 400   Totaal 200 200 400


  Cons. Progr. Totaal     Hoog ink. Laag ink. Totaal
Voor 73 128 201   Cons. 160 50 210
Tegen 137 62 199   Progr. 40 150 190
Totaal 210 190 400   Totaal 200 200 400

In het kader van de oorlog tegen het terrorisme ligt er in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties een voorstel op tafel om de VS sancties op te leggen vanwege zijn atoomprogramma. In een onderzoek dat werd uitgevoerd om de meningen van de Nederlanders over deze zaak te peilen, kwamen de volgende hypothesen voor:

  1. Mensen met hogere inkomens zijn meer tegen sancties tegen de VS dan mensen met lagere inkomens.
  2. Conservatieve mensen zijn meer tegen sancties tegen de VS dan progressieve mensen.
  3. Christenen zijn minder tegen sancties tegen de VS dan niet-Christenen.
  4. Mensen met hogere inkomens zijn conservatiever dan mensen met lagere inkomens.

Het onderzoek leverde vier tabellen op.

Ga na of deze resultaten in overeenstemming zijn met de hypothesen. Gebruik zowel ϵ als ϕ en Q om de sterkte van het verband uit te drukken. Welke van de onderstaande beweringen is niet juist?