resp.nr | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
X = Toekomstverwachting | 1 | 2 | 3 | 9 | 8 | 7 | 4 | 9 | 6 | 5 |
Y = Bereidheid samenw. | 7 | 6 | 6 | 2 | 3 | 5 | 4 | 4 | 4 | 5 |
Er is een onderzoek gedaan onder de middenstand in het dorp B. De middenstanders zijn ondervraagd over (o.a.) hun bereidheid om een deel van hun zelfstandigheid op te geven en met anderen te gaan samenwerken, en over hun verwachtingen van de toekomst van hun bedrijf. Beide variabelen zijn gemeten met een 10-puntsschaal. Toekomstverwachting loopt van 0 (zeer pessimistisch) t/m 9 (zeer optimistisch), Bereidheid tot Samenwerken loopt van 0 (in het geheel niet bereid) t/m 9 (zeer bereid). Hier naast staan de gegevens van 10 middenstanders.
Welke van de onderstaande beweringen is onjuist?