]> Variantie-analyse (83/150) · Dr.Stat

X 1 X 2 X 3
91 103 94
85 95 96
86 99 91
94 104 98
86 97 89
99 105 99
92 101 94
95 96 91
89 99 93
93 101 95
X 910 1000 940
X¯ 91 100 94

In elke groep kan een schatting van de populatievariantie worden gemaakt met de formule S 2 =d 2 ν=(XX¯) 2 n1 . Maar let nu op. Een belangrijke randvoorwaarde van variantie-analyse is dat de variantie in alle betrokken populaties gelijk is (de populatieverdelingen hebben dezelfde vorm). Dat betekent dat S 2 in elke groep een schatting geeft van dezelfde populatievariantie! We kunnen de gegevens uit alle groepen dan ook zodanig combineren, dat één zuivere schatter van de populatievariantie ontstaat. Deze wordt de binnenvariantie genoemd. Als alle groepen even groot zijn, is dit niets anders dan het gemiddelde van de afzonderlijke variantieschattingen.

De variantieschatter zijn voor groep 1, 2 en 3 de kwadratensom per groep, gedeeld door het aantal vrijheidsgraden per groep. In ons voorbeeld zijn de variantie schatters voor 1, 2 en 3 achtereenvolgens: 184 n 1 1 +104 n 2 1 +90 n 3 1 =184 9 +104 9 +90 9 . Het gemiddelde hiervan is 14.