]> Variantie-analyse (123/150) · Dr.Stat

H 0 :S t 2 S b 2
H a:S t 2 >S b 2

Toets: F=S t 2 S b 2 =KS t/ν tKS b/ν b=6 /2 22 /6 =0.8

Het was al van te voren duidelijk dat S t 2 voor geen enkele waarde van α significant groter is dan S b 2 (S t 2 is namelijk kleiner dan S b 2 ). Er is dus geen enkele reden om de nulhypothese te verwerpen.

In ons voorbeeld is de rechter kritieke grens op het 5% significantieniveau al vrij hoog; S t 2 moet ruim 5 keer groter zijn dan S b 2 om deze grens te overschrijden. Dit komt omdat we met onrealistisch kleine groepen werken, zodat we het toeval slecht onder controle hebben. Zouden we drie groepen van elk 20 proefpersonen tot onze beschikking hebben, dan ligt de kritieke grens op het 5% niveau rond de 3.2.