De maatstaf ϵ is alleen te gebruiken bij twee-bij-twee-tabellen. Hier hebben we met meer waarden te maken en dus moet er een andere maat gebruikt worden om vast te stellen of er een verband is.
De maten die hiervoor gebruikt kunnen worden, zijn associatiemaatstaven. ϵ is een voorbeeld van een associatiemaatstaf die speciaal is ontworpen voor het vaststellen van verbanden tussen 2 dichotome variabelen. Daarbij wordt de geobserveerde data vergeleken met de data die wordt verwacht onder statistische onafhankelijkheid van de variabelen.
De associatiemaatstaven die we in deze module behandelen zijn op hetzelfde principe gebaseerd: het principe van statistische onafhankelijkheid. Volgens dit principe (er is geen verband) dient ϵ gelijk te zijn aan nul in twee-bij-twee-tabellen. We kunnen bij polytome variabelen dan wel niet ϵ gebruiken, maar ook hier moeten de verschillende waarden op de variabelen voor elk van de onderscheiden groepen gelijk verdeeld zijn. Om terug te komen op ons voorbeeld:
In geval van statistische onafhankelijkheid (=geen verband) moet het percentage dat op het CDA stemt onder ambtenaren, mensen in loondienst en zelfstandigen gelijk zijn. Met andere woorden: iemands stemgedrag is niet afhankelijk van iemands beroepspositie.