]> Dichotome variabelen (78/105) · Dr.Stat

ϕ=(a×d)(b×c)(a+b)×(c+d)×(a+c)×(b+d)

Q=(a×d)(b×c)(a×d)+(b×c)

De kern van deze formules is δ a. Dit is het verschil tussen de verwachte en de geobserveerde frequentie, zoals we hiervoor behandeld hebben. Des te meer de geobserveerde frequenties afwijken van de frequenties, zoals ze zouden zijn bij geen samenhang (de verwachte frequenties), des te sterker is het verband.

Met deze associatiematen kun je de sterkte van een verband tussen dichotome variabelen uitrekenen. Beide maatstaven leveren uitkomsten op die liggen tussen 0 (geen verband) en ±1 (maximaal verband).