De toetsingsgrootheid S x wordt als volgt bepaald:
De rangnummers van alle scores worden bepaald, en daarna wordt gekeken of deze rangnummers gelijk verdeeld zijn over beide groepen.
Welke attitude krijgt rangnummer 3?
Nee. De kleinste waarde krijgt rangnummer 1.
Nee. Na A is B de laagste waarde en krijgt dus rangnummer 2.
Goed zo. Op gelijke wijze worden alle waarden van rangnummers voorzien.
Nee, dat is niet juist. De rangnummers worden toegekend door alle scores (dus van beide groepen samen) te ordenen van laag naar hoog.
Nee, dat is niet juist. De rangnummers worden toegekend door alle scores (dus van beide groepen samen) te ordenen van laag naar hoog.
Nee, dat is niet juist. De rangnummers worden toegekend door alle scores (dus van beide groepen samen) te ordenen van laag naar hoog.
Nee, dat is niet juist. De rangnummers worden toegekend door alle scores (dus van beide groepen samen) te ordenen van laag naar hoog.