Om de toetsingsgrootheid Z te berekenen hebben we de volgende gegevens nodig: n 1 en n 2 en de steekproeffracties B 1 n 1 en B 2 n 2 .
Wat is de fractie mannen die meer dan 40 overtredingen gesignaleerd heeft?
Nee, je hebt nu de fractie mannen die meer dan 40 overtredingen hebben gesignaleerd als deel van de gehele proefpersoongroep (mannen en vrouwen) berekend, maar je moet alleen binnen de groep mannen kijken.
Juist. De schatter van de proportie p 2 is gelijk aan B 2 n 2 =30 100 =0.30 . Nu kunnen we het verschil in proporties nog bepalen.
Nee, dat is de fractie mannen die minder dan 40 overtredingen hebben gesignaleerd.
Nee, dat is niet goed. De fractie B 2 n 2 is het aantal mannen dat meer dan 40 overtredingen gezien heeft, gedeeld door het totaal aantal mannen uit die steekproef.