Dr.Stat

Tot slot kan voor tweezijdige toetsing de overschrijdingskans worden gedefinieerd als twee maal de kleinste van de eerdere definities p=2 ×min[P(X¯≤x¯∣H 0 ),P(X¯≥x¯∣H 0 )]

Wat is nu die kleinste van de twee bij de tweezijdige overschrijdingskans? Oftewel: om welke twee gaat het hier? Je hebt het daarnet weliswaar al kunnen zien, maar voor alle duidelijkheid gaan we er toch nog even op in. Aan de hand de figuur zal worden geïllustreerd wat er wordt bedoeld.

Stel dat je een steekproefresultaat x¯ hebt gevonden, dat zich aan de linkerkant van de verdeling bevindt. Zoals je kunt zien deelt deze waarde de verdeling in twee‘n. Het gaat dan om de kleinste van de twee gebieden. En dat is in dit geval het gebied links van het gevonden steekproefresultaat.

Valt daarentegen het steekproefresultaat x¯ aan de rechterkant van de verdeling, dan moet de overschrijdingskans worden berekend voor het gebied rechts van die waarde, omdat dat dan het kleinste gebied zal zijn.