]> Schatten (20/81) · Dr.Stat

Vraag: ligt X¯=74 in 95% betrouwbaarheidsinterval?

μ=75
σ=3
n=100 .

Nog een voorbeeld. Stel: we doen een onderzoek bij 100 éénjarige kinderen. We vinden wat vreemde resultaten en vragen ons af of de steekproef wel representatief is. We vinden in een handboek dat de lengte in de populatie gezonde éénjarige kinderen normaal verdeeld is met een gemiddelde van 75 cm en een standaardafwijking van 3 cm. De gemiddelde lengte in onze groep is 74 cm. Dat lijkt wel redelijk, maar we willen zeker weten of dit gemiddelde in het 95% betrouwbaarheidsinterval ligt.

Wat we dus moeten doen is het 95% betrouwbaarheidsinterval bij een steekproefgrootte van 100 berekenen, en kijken of de gevonden X¯ daar in valt. We tekenen eerst de steekproefverdeling. Daarvoor moeten we E(X¯) en σ X¯ weten.

Hoeveel is E(X¯)?