Deze pagina bevat een afbeelding die niet weergegeven kan worden omdat er geen recente versie van de Flash Plugin aanwezig is. Installeer de Macromedia Flash Player om de afbeelding te kunnen bekijken.
Je hebt hiervoor gezien dat er in continue steekproefverdelingen ook oppervlaktes zijn aan te wijzen, en er dus kansen te berekenen zijn. Je krijgt nu te zien hoe die kansen berekend kunnen worden. We nemen daarvoor weer het voorbeeld van de wiskundecijfers in een steekproef van studenten. We hebben bijvoorbeeld een steekproefgemiddelde van 7.5, en we willen iets zeggen over de kans dat deze steekproef uit de populatie VWO is getrokken.
We zien dat het steekproefgemiddelde in de staart van de verdeling ligt. Bij voorbaat weten we dan al dat de kans om uit een VWO populatie zo’n gemiddelde te trekken niet zo heel erg groot is. Een probleem is dat we niet kunnen berekenen hoe groot de kans op preciés 7.5 is: het lijntje heeft geen oppervlak. Het is gebruikelijk om in zo’n geval de vraag iets te veranderen: we kunnen wèl berekenen hoe groot de kans is op een gemiddelde van 7.5 of extremer. De kans is dan gerepresenteerd in het oppervlak van de staart rechts van 7.5. We noemen zo’n kans een overschrijdingskans.