Deze pagina bevat een afbeelding die niet weergegeven kan worden omdat er geen recente versie van de Flash Plugin aanwezig is. Installeer de Macromedia Flash Player om de afbeelding te kunnen bekijken.
Je hebt nu kunnen zien dat met behulp van een steekproefverdeling iets te zeggen is over de waarschijnlijkheid dat een steekproef uit een bepaalde populatie komt. Tot nu toe hadden we het steeds over ‘erg’, ‘niet zo’ en ‘onwaarschijnlijk’. Het is natuurlijk mooier als we de waarschijnlijkheid wat precieser in getallen uitdrukken. We gaan dit nu, met de kennis die je al over kansverdelingen hebt opgedaan, uitwerken.
Je ziet hier nogmaals een verdeling van afgeronde steekproefgemiddelden. We hebben deze verdeling al eerder gezien en toen geconcludeerd dat de oppervlakte van een staaf correspondeert met de waarschijnlijkheid waarmee een bepaald gemiddelde (op de x-as aangegeven) voorkomt.
In plaats van waarschijnlijkheid kunnen we natuurlijk ook van kans spreken. De totale oppervlakte van alle staven samen is dan 1, want uit de verdeling blijkt dat een steekproefgemiddelde altijd tussen de 18 en 37 ligt. Met andere woorden: de kans dat het steekproefgemiddelde tussen 18 en 37 ligt is 1.