Deze pagina bevat een afbeelding die niet weergegeven kan worden omdat er geen recente versie van de Flash Plugin aanwezig is. Installeer de Macromedia Flash Player om de afbeelding te kunnen bekijken.
In het dagelijks leven gebruiken we lineaire transformaties vaker dan je misschien denkt. In een concreet voorbeeld gaan we nu kijken naar een transformatie binnen de studie psychologie: transformatie van de score op het tentamen Inleiding in de Psychologie (40-punts schaal), naar een gebruikelijk cijfer op een 10-punts schaal.
Het tentamen psychologie omvat 40 items, en levert daardoor scores op die tussen 0 en 40 liggen. We zeggen dat het tentamen op een 40 punts schaal wordt gemeten (eigenlijk een 41 punts schaal: 0 en 40 doen beide mee als score). Om deze uitkomst te vergelijken met andere cijfers (bv. het tentamen statistiek: 20 punts schaal) rekenen we de score om naar een 10-punts schaal: een cijfer van 0 tot en met 10.
In dit geval is transformatie van de scores vrij eenvoudig. Om de tentamenscores om te rekenen naar een 10 punts schaal kunnen we gewoon delen door 4. Iemand die dus een score heeft van 36 punten op het tentamen krijgt als cijfer een 9.
Stel nu dat iemand 34 van de 40 punten heeft gehaald voor het tentamen Inleiding in de Psychologie. Wat is dan zijn cijfer op een 10 punts schaal?