| Meting | Meetniveau | Eigenschap | Voorbeeld |
|---|---|---|---|
| Categoriserend | Nominaal | onderscheidbaarheid, benoemen | geslacht |
| Ordinaal | daarbij ordening | kwaliteitsbeoordeling, rangen in het leger, de hierarchie van meetniveaus! | |
| Kwantitatief | Interval | daarbij gelijke intervallen | temperatuur in Celsius of Fahrenheit |
| Ratio | daarbij absoluut nulpunt | lengte in meters, gewicht in kilo's |
Bij kwantitatief meten is het nog van belang te weten dat sommige meetschalen continu zijn en andere discreet. Op een continue meetschaal kun je tussen twee meetpunten, ook al liggen ze nog zo dicht bij elkaar, altijd nog een tussenliggend punt aanwijzen. In de praktijk komt dit vrijwel niet voor, en werk je met een discrete meetschaal. Denk bijvoorbeeld maar eens aan een meetlat: de precisie houdt meestal wel op bij centimeters.
Het is van belang de eigenschappen van de meetniveaus te onthouden. Elk volgend meetniveau omvat de eigenschappen van eenvoudiger meetniveaus, en voegt daaraan een kenmerk toe. Dat kenmerk is meestal wel uit de naamgeving van het meetniveau op te maken.
Omdat elk volgend niveau aan de voorwaarden voor de vorige niveau’s voldoet, kun je bijvoorbeeld van een ratioschaal zeggen dat het een intervalschaal is, maar het omgekeerde kun je niet zeggen. Vergelijk het maar met “een koe is een beest” tegenover “een beest is een koe”.
